Havens van Curacao

Curaçao dankt haar maritieme bloei aan haar gunstige ligging en de natuurlijke havens aan de zuidkust.

Curaçao is het eiland waar de internationale handelsroutes van de Atlantische Oceaan samenkomen.

Langs de zuidkust heeft Curaçao verschillende uitstekende havens. Deze werden meer dan 10.000 jaar geleden gevormd, aan het eind van de IJstijd. Toen het ijs smolt werden de uitgeholde bekkens gevuld met zeewater.

Willemstad, de hoofdstad van Curaçao, werd rond de haven gebouwd. De Sint Annabaai, Schottegat en Waaigat vormen samen een binnenwater van plm 10 km² met een diepte van plm 20 meter. Het verschil tussen eb en vloed is slechts 60 cm.

Curacao heeft maar liefst vijf natuurlijke havens. Onder een natuurlijke haven verstaan we een natuurlijk stuk water dat gebruikt kan worden door schepen als rede of haven (een rede is een ankerplaats voor schepen waar meestal geen goederen of schepen worden gelost). De grootste natuurlijke haven van Curacao is de haven van Willemstad, het Schottegat. Haar diepe, natuurlijke zeehaven is de beste van het Caribisch Gebied en heeft een lange geschiedenis als belangrijk handels-en overslagcentrum in de regio.

De open baai van Bullenbaai ligt aan de zuidkust, veertien kilometer te noordwesten van Willemstad. In 1928 werd door de Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij (Shell) aangevangen met de bouw van een opslag- en laadinstallatie voor benzine en andere lichte olieproducten van de raffinaderij gelegen aan het Schottegat. Ook werden steigers voor tankers aangelegd. Uit veiligheidsoverwegingen wenste men het opslaan en laden van deze lichte producten zo ver mogelijk van de bewoonde gebieden verwijderd te houden. In 1930 werd deze haven in gebruik genomen. Door de ontwikkelingen op de wereldoliemarkt en in verband met de ontstane oliecrisis ontstond aan het begin van de 1970-er jaren een dringende behoefte aan een haven waar men grote hoeveelheden ruwe olie, afkomstig uit olieproducerende landen gelegen aan de Perzische Golf en de westkust van Afrika, aangevoerd door zeer grote tankers kan opslaan en overpompen in kleinere tankers voor doorvoer naar havens in de Verenigde Staten., die in verband met hun geringe diepte niet geschikt zijn voor de zeer grote tankers. Door de grote natuurlijke diepte was Bullenbaai de plaats bij uitstek voor de aanleg van zo’n haven. Daarom werden de haven en de installaties van Bullenbaai omgebouwd tot een overslaghaven voor ruwe olie. De vernieuwde haven werd in 1974 in gebruik genomen onder de benaming Curaçao Oil Terminal (C.O.T.) Deze haven beschikt thans over zes steigers, waar tankers kunnen meren. Een aantal van deze steigers zijn speciaal gebouwd voor de grote mammoettankers. De allergrootste tankers ter wereld kunnen hier worden gemeerd, zoals de onder Franse vlag varende supertanker Batillus met een draagvermogen van 540.000 ton, en de onder Liberiaanse vlag varende Seawise Giant met een draagvermogen van 565.000 ton die in het verleden werden binnengeloodst.

Fuikbaai ligt aan de zuidkust, 13 kilometer ten zuidoosten van Willemstad. Het is een langwerpige, smalle binnenbaai, evenwijdig aan de kustlijn. Door een 143m brede opening staat deze baai in open verbinding met de zee. In deze opening werd een vaargeul met een breedte van 48m en een minste diepte van 7,6m gemaakt. Deze verschaft schepen met een lengte tot maximaal 110m toegang tot de haven van Fuikbaai, die bestaat uit twee ligplaatsen aan de noordelijke oever. De ene ligplaats dient voor het laden van het fosfaat en de steenslag, die door de aldaar gevestigde Mijnmaatschappij Curaçao van de Tafelberg wordt afgegraven en verwerkt. De andere ligplaats dient voor het lossen van explosieven en gewassen rivierzand. Dit laatste ten behoeve van de bouwondernemingen. De haven van Fuikbaai werd in 1913 in gebruik genomen.

Sint Michielsbaai / Boca San Michiel
Tot slot de natuurlijke haven van Sint Michielsbaai (in de volksmond Boca Sami), een beschutte open baai aan de zuidkust, acht kilometer ten noordwesten van Willemstad. 194 Meter uit de kust ligt een meerboei in 40m diep water, waar schepen met de achtersteven aan worden gemeerd. Het voorschip wordt dan door de heersende passaatwind in de richting van de open zee gedreven. Om te voorkomen dat het voorschip tegen de kust zal drijven als de wind ingrijpend van richting verandert, wordt het anker uitgehieuwd. Deze ligplaats wordt gebruikt voor schepen, die in verband met hun gevaarlijke lading (explosieven) of quarantaine e.d. de andere havens van Curaçao niet mogen aandoen. Ook wordt deze ligplaats gebruikt door schepen of booreilanden die tijdelijk worden opgelegd of op orders moeten wachten en door schepen waarvan de huid onder water moet worden schoongemaakt door duikers. Schepen of booreilanden die reparaties moeten ondergaan maar door hun grootte en/of diepgang niet terecht kunnen in de haven van Willemstad worden ook hier aangemeerd. Aan de meerboei in de Sint Michielsbaai kunnen de grootste schepen ter wereld worden afgemeerd.
Bullenbaai

Dit maakt van Curaçao een uitstekende en veilige natuurlijke haven.

Bronnen: “Havens van Curaçao”, Jaartal en schrijver onbekend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *